Verschillende luchtvaartmaatschappijen, waaronder onze werkgever, spanden eerder dit jaar een kort geding aan tegen de Staat inzake het besluit om komend seizoen het aantal vliegbewegingen op Schiphol flink te beperken. De voorzieningenrechter oordeelde toen dat de Staat hierbij niet de juiste procedure had gevolgd. In het hoger beroep oordeelt het gerechtshof vandaag echter toch dat de Staat de voorgenomen maatregelen wél mag nemen.
Deze zaak gaat over twee voorgenomen maatregelen van de Staat. Als eerste wenst de Staat te stoppen met ‘anticiperend handhaven’, dat is het sinds 2015 geldende beleid om niet handhavend op te treden tegen overtredingen van de grenswaarden voor geluid die het gevolg zijn van een bepaalde vorm van gebruik van de start- en landingsbanen. De tweede voorgenomen maatregel is de invoering van een ‘Experimenteerregeling’ waarmee gedurende een jaar geëxperimenteerd wordt met een nieuwe combinatie van regels voor geluidsoverlast van Schiphol.
Niet in strijd met regels van nationaal en Europees recht
Het hof oordeelt dat de twee voorgenomen maatregelen niet in strijd zijn met regels van nationaal en Europees recht. Hiermee komt het hof tot een ander oordeel dan de voorzieningenrechter. Die was van oordeel dat de Staat een bepaalde procedure (de zogenaamde ‘evenwichtige aanpak’ ofwel ‘balanced approach’ procedure) had moeten doorlopen die volgens de Europese Geluidsverordening geldt voor geluidsmaatregelen die een ‘exploitatiebeperking’ inhouden in de zin van die verordening.
Belangenafweging
De vrees van de luchtvaartmaatschappijen dat zij als gevolg van de voorgenomen maatregelen ernstige schade zullen ondervinden is voor het hof geen reden om in het kader van dit kort geding op basis van een belangenafweging tot een andere uitkomst te komen, ook niet in combinatie met andere belangen, al dan niet van derden, zoals het behoud van werkgelegenheid, de hub-functie van Schiphol en de passagiers. Het hof acht van belang dat overtredingen van de geluidsnormen jarenlang slechts in beperkte mate zijn gehandhaafd, het hier om een tijdelijke aanpak van een complex probleem gaat en kent aanzienlijk gewicht toe aan de belangen van de omwonenden.
Wat zijn de gevolgen
Wij maken ons zorgen om de gevolgen voor de werkgelegenheid. Deze risico’s zijn duidelijk gebleken uit het economisch onderzoek van SEO. Dit kan rechtstreeks gevolgen hebben voor het cabinepersoneel bij KLC. Wij blijven de ontwikkelingen volgen op de voet en houden jullie hiervan op de hoogte.
Mocht je geïnteresseerd zijn in een uitgebreidere toelichting, dan kun je het artikel vinden op www.rechtspraak.nl .
Hier kun je ook de uitspraak vinden, door ECLI:NL:GHAMS:2023:1589 in te vullen in de zoekbalk onder het kopje ‘uitspraken’.
Team KLC – De Unie